-
Waar is mijn moeder?
Ze had al jong haar moeder verloren. Gelukkig stond dat in haar dossier want zelf kon ze dat niet meer vertellen. Maar wat ze wel kon, was laten merken dat ze haar moeder zo miste.
‘Waar is mijn moeder?’ ‘Oh die is even boodschappen doen.’ Ik kon aan haar gezicht zien dat ze zo haar twijfels had. Toen ik in haar dossier zag dat zij vroeger naar de kerk ging, zei ik daarom: ‘Uw moeder is in de hemel.’ Dat stelde haar gerust; voor even.
Ze zag én hoorde zeer slecht. Ze bracht de dag door in een comfortabele ‘relax- fauteuil’ op een afdeling voor mensen met dementie die veel rust nodig hadden of in het laatste stadium van hun ziekte - geheel in zichzelf gekeerd - op bed lagen.
Toen ik op haar afdeling kwam als activiteitenbegeleider, maakten we nog samen lol. Ik zong keihard in haar beste oor. Ze zong een, twee regels mee en schoot dan door naar een ander liedje. Van ‘Daar was laatst een meisje loos…’ naar ‘De herdertjes lagen bij nachte’ en door naar ‘Sinterklaas kapoentje’. Af en toe zat er een liedje tussen dat ik niet kende. Het had iets met soldaten en meisjes te maken… Ze keek er zeer ondeugend bij. Vast een liedje wat ze van moeder niet mocht zingen.
Ze verdaagde in bed en lag overdag met bed en al in de huiskamer. Ze doezelde, sliep, at en dronk. Het zag er vredig uit. Toch wou men dat ik haar ‘activiteiten’ bood om haar te ‘stimuleren’. Dus zong ik voor haar… maar het enige wat dat stimuleerde waren tranen. Hartverscheurend. We hadden toen nog geen snoezelruimte…
Later wel. Zij was toen al gestorven. Heel creatief werd met minimale middelen in een oude badkamer een snoezelruimte geschapen, waar bewoners met bed en al ingereden werden.
Je kon er een muziekje zonder woorden aanzetten en bewegende lichtbeelden projecteren op de muur. In de hoek stond een lavalamp die zacht licht uitstraalde en waarin rustig lava in het rond bewoog. Soms waste ik met een zacht, warm washandje hun vaak verkrampte handen en wreef die voorzichtig in met crème of massageolie. Zintuiglijk verwennen en vriendelijk aanwezig zijn.
Ondertussen kan er zoveel meer. Want er is meer kennis van zaken en meer ervaring en meer kant en klaar materiaal en zelfs workshops masseren en lekkere hapjes maken. Zachte, stevige voorgevormde kussens, waarin je je veilig kunt voelen. Schorten waaraan je kunt friemelen als je handen maar geen rust vinden. Aromaverspreiders waardoor je denkt dat je langs het tuinpad van je vader loopt en de geur van lavendel, seringen, brem en wat al niet meer kunt opsnuiven. En er zijn zelfs voor instellingen warmwaterbedden die je warmte en muziek laten horen en voelen.
Zo kun je je weer even geborgen voelen, als toen je nog een klein meisje was en je moeder nog leefde.
Desirée van Keulen
Spelontwerpster en verhalenvertelster.
‘Waar is mijn moeder?’ ‘Oh die is even boodschappen doen.’ Ik kon aan haar gezicht zien dat ze zo haar twijfels had. Toen ik in haar dossier zag dat zij vroeger naar de kerk ging, zei ik daarom: ‘Uw moeder is in de hemel.’ Dat stelde haar gerust; voor even.
Ze zag én hoorde zeer slecht. Ze bracht de dag door in een comfortabele ‘relax- fauteuil’ op een afdeling voor mensen met dementie die veel rust nodig hadden of in het laatste stadium van hun ziekte - geheel in zichzelf gekeerd - op bed lagen.
Toen ik op haar afdeling kwam als activiteitenbegeleider, maakten we nog samen lol. Ik zong keihard in haar beste oor. Ze zong een, twee regels mee en schoot dan door naar een ander liedje. Van ‘Daar was laatst een meisje loos…’ naar ‘De herdertjes lagen bij nachte’ en door naar ‘Sinterklaas kapoentje’. Af en toe zat er een liedje tussen dat ik niet kende. Het had iets met soldaten en meisjes te maken… Ze keek er zeer ondeugend bij. Vast een liedje wat ze van moeder niet mocht zingen.
Ze verdaagde in bed en lag overdag met bed en al in de huiskamer. Ze doezelde, sliep, at en dronk. Het zag er vredig uit. Toch wou men dat ik haar ‘activiteiten’ bood om haar te ‘stimuleren’. Dus zong ik voor haar… maar het enige wat dat stimuleerde waren tranen. Hartverscheurend. We hadden toen nog geen snoezelruimte…
Later wel. Zij was toen al gestorven. Heel creatief werd met minimale middelen in een oude badkamer een snoezelruimte geschapen, waar bewoners met bed en al ingereden werden.
Je kon er een muziekje zonder woorden aanzetten en bewegende lichtbeelden projecteren op de muur. In de hoek stond een lavalamp die zacht licht uitstraalde en waarin rustig lava in het rond bewoog. Soms waste ik met een zacht, warm washandje hun vaak verkrampte handen en wreef die voorzichtig in met crème of massageolie. Zintuiglijk verwennen en vriendelijk aanwezig zijn.
Ondertussen kan er zoveel meer. Want er is meer kennis van zaken en meer ervaring en meer kant en klaar materiaal en zelfs workshops masseren en lekkere hapjes maken. Zachte, stevige voorgevormde kussens, waarin je je veilig kunt voelen. Schorten waaraan je kunt friemelen als je handen maar geen rust vinden. Aromaverspreiders waardoor je denkt dat je langs het tuinpad van je vader loopt en de geur van lavendel, seringen, brem en wat al niet meer kunt opsnuiven. En er zijn zelfs voor instellingen warmwaterbedden die je warmte en muziek laten horen en voelen.
Zo kun je je weer even geborgen voelen, als toen je nog een klein meisje was en je moeder nog leefde.
Desirée van Keulen
Spelontwerpster en verhalenvertelster.
Reacties (1)
Zo herkenbaar dit verhaal. Ook mijn moeder heeft veel baat bij 'snoezelen'. Die geborgenheid en warmte is iets waar ze rustig van wordt. Dat zie en merk je aan alles. Laatst heb ik een tarwezakvoor haar gekocht, dit was zo'n succes dat ze er nu altijd mee in haar handen zit! groeten Anja