Rijmen en dichten, zonder je hemd op te .... Als er iets bij Sinterklaas hoort, dan zijn het toch wel die goeie, ouwe Sinterklaasgedichten.
De voorpret van een (Sinterklaas)feest is bijna net zo belangrijk als het feest zelf.
Het feest samen voobereiden, kan een feestje op zich zijn.

Samen met iemand met dementie kunt u heel goed zo’n vertrouwd, ouderwets gedicht maken.
Het gaat niet om de kwaliteit van het gedicht (al helemaal niet met Sint-rijmen), maar om de kwaliteit van het samen iets maken, om het samen zijn.
Er is niet veel voor nodig:
  • een pen
  • een kladblaadje
  • een net blaadje
  • warme chocolademelk en een stevig stuk gevulde speculaas op tafel
  • wat tijd
U probeert er samen voor te gaan zitten. Het kan handig zijn om even over Sinterklaas te praten, een Sinterklaasliedje op te zetten, het pakpapier in de buurt te hebben. Zo komen allerlei herinneringen aan Sint weer boven drijven.
Begin zelf hardop met een eerste regel en dan een tweede regel die u niet afmaakt...
grote kans dat uw mede-dichter automatisch met een rijmwoord komt. U hoeft niet origineel te zijn, het mag wel.

“Sint heeft heel lang lopen denken,
wat hij (vul hier de naam van de ontvanger in) zou ...”
Het kan zijn dat de ander even op gang moet komen. Dat moet ik ook altijd, als ik een Sintgedicht moet schrijven. 
Als er geen rijmwoord komt, dan kunt u vragen: “Wat rijmt er op ‘denken’? Heb jij een idee? Sint heeft heel lang lopen denken, wat hij Joost zou...”
Lukt ook dat niet, maak dan zelf de zin af en vraag de ander of het zo klopt.
Vervolgens schrijft u de twee regels op. U leest ze nog eens hardop voor en begint aan de volgende twee regels. 
“Sint dacht:  “Zal ik een auto kopen? 
dan hoeft Joost niet meer te....”

Maak het gedicht niet te lang. De concentratie kan soms wat wegzakken. Na de chocolademelk, schrijft u in het bijzijn van de mededichter het gedicht nog in het net. U leest het nog eens hardop voor of... u laat het de ander voorlezen. Soms kan dat nog best.
U zet er iets onder als: met de hartelijke groeten van Sint én... Goede kans dat de ander zegt: “Piet”.

Op deze manier heb ik een keer een verjaardagskalender gemaakt met een groep mensen met dementie. Twaalf gedichten, steeds bij een thema dat paste in die maand. Als de groep weer naar huis was, schreef ik het gedicht uit op een vel etalagekarton dat ik zelf of met de mensen versierde met wat eenvoudige illustraties. De vellen kwamen op de ramen van onze groepsruimte.  
Ze voorkwamen al te veel inkijk en... nog belangrijker, ze werden telkens opnieuw gelezen.
En het allermooiste was de herkenning die deze gedichten opriepen. Dat we ze samen hadden gemaakt, dat vergaten mijn mede-dichters, maar de inhoud was herkenbaar. 
“Hé,” zei er dan iemand “dat is ook toevallig! Mijn zoon heet ook Joost...”
Toen de cyclus af was, hebben we ze gebruikt voor een verjaardagskalender. 
Zo  gingen die herkenbare gedichten lang mee. Dus... dat is misschien wel een goed...

Desirée van Keulen
(verhalenvertelster)
  Desirée van Keulen     09-11-2019 08:16     Reacties ( 0 )
Reacties (0)

Geen reacties gevonden.