-
Hoge nood?
We vinden het niet prettig om over te praten... Maar we ‘doen’ het toch allemaal altijd? Het bespreekbaar maken van ‘hoge nood’ is een voorwaarde om er iets aan te doen.
Voor oudere mensen of mensen met een lichamelijke beperking kan zo iets “simpels” als naar het toilet gaan, lastig zijn. Je voelt dat je ‘moet’, maar eer je er bent...
Nog lastiger is het voor mensen met dementie. Ga maar na: je voelt dat je moet, maar... je hebt moeite met opstaan, weet niet meer waar het toilet is en dan zitten de heren ook vaak nog eens met zo’n vreselijke broeksluiting. En soms ‘voelen’ mensen wel iets, maar ze weten niet meer wat dat gevoel betekent.
Voorkomen of in elk geval uitstellen van incontinentie is voor iedereen fijn: allereerst voor de persoon met dementie. Ook de mantelzorger zal een zucht van verlichting slaken als ‘ongelukjes’ kunnen worden voorkomen. Want anders moet je misschien je partner helpen zich te wassen, van droge kleren voorzien én de wasmachine aan zetten. De verzorging is het wel gewend, zijn ervaren in het helpen maar ook zij zijn blij met zo weinig mogelijk extra problemen.
Dan is natuurlijk de vraag: “Wat kun je er aan doen?”
Op nummer 1 zou ik zetten: regelmaat en gewoonte.
Veel mensen zijn altijd gewend geweest om voor het slapen gaan, na het opstaan, voor het weggaan en voor het eten eerst even naar het toilet te gaan. Probeer dat vooral vol te houden.
Op de dagbesteding leek het wel een gezellig uitstapje. Als lunchtijd naderde, vroegen wij als medewerkers altijd: “Wilt er nog iemand naar het toilet voor we aan tafel gaan?” Er was er altijd wel één die de weg wist. Met name de dames stonden dan (zuchtend) op en gingen vervolgens gezellig gearmd naar het toilet. En als ze daar dan toch waren, deden ze gelijk voor de spiegel hun haar goed.
Op nummer 2 zou ik zetten: geef het goede voorbeeld.
Klinkt dat erg gek? Ga zelf ook, op al die vaste momenten en als eerste. Dan komt de vraag: “Moet jij ook?” al minder betuttelend over.
Op 3: zorg dat het toilet gemakkelijk te vinden is en goed toegankelijk.
Een goed herkenbaar bordje: “wc” (niet te klein), een wc die opvalt (dus geen witte pot met witte bril in een ruimte met witte tegels) en geen onnodige obstakels op de route. Een laatste obstakel kan zijn: die broek die niet naar beneden wil. Dus als iemand steeds minder gemakkelijk naar het toilet gaat, zorg dan voor kleding die gemakkelijk los gaat.
En wat als dat allemaal niet meer helpt? Dan zijn er allerhande hulpmiddelen: incontinentiebroekjes, beschermhoezen voor stoel en bed en bijvoorbeeld creme die voorkomt dat de huid geirriteerd raakt.
Laat u vooral informeren: speciaal over de toiletgang van mensen met dementie is er een boekje geschreven. Misschien moet u een drempel over, al is dat niet de drempel van het toilet.
Desirée van Keulen
(verteller, spelontwerper, activiteitenbegeleider).
Voor oudere mensen of mensen met een lichamelijke beperking kan zo iets “simpels” als naar het toilet gaan, lastig zijn. Je voelt dat je ‘moet’, maar eer je er bent...
Nog lastiger is het voor mensen met dementie. Ga maar na: je voelt dat je moet, maar... je hebt moeite met opstaan, weet niet meer waar het toilet is en dan zitten de heren ook vaak nog eens met zo’n vreselijke broeksluiting. En soms ‘voelen’ mensen wel iets, maar ze weten niet meer wat dat gevoel betekent.
Voorkomen of in elk geval uitstellen van incontinentie is voor iedereen fijn: allereerst voor de persoon met dementie. Ook de mantelzorger zal een zucht van verlichting slaken als ‘ongelukjes’ kunnen worden voorkomen. Want anders moet je misschien je partner helpen zich te wassen, van droge kleren voorzien én de wasmachine aan zetten. De verzorging is het wel gewend, zijn ervaren in het helpen maar ook zij zijn blij met zo weinig mogelijk extra problemen.
Dan is natuurlijk de vraag: “Wat kun je er aan doen?”
Op nummer 1 zou ik zetten: regelmaat en gewoonte.
Veel mensen zijn altijd gewend geweest om voor het slapen gaan, na het opstaan, voor het weggaan en voor het eten eerst even naar het toilet te gaan. Probeer dat vooral vol te houden.
Op de dagbesteding leek het wel een gezellig uitstapje. Als lunchtijd naderde, vroegen wij als medewerkers altijd: “Wilt er nog iemand naar het toilet voor we aan tafel gaan?” Er was er altijd wel één die de weg wist. Met name de dames stonden dan (zuchtend) op en gingen vervolgens gezellig gearmd naar het toilet. En als ze daar dan toch waren, deden ze gelijk voor de spiegel hun haar goed.
Op nummer 2 zou ik zetten: geef het goede voorbeeld.
Klinkt dat erg gek? Ga zelf ook, op al die vaste momenten en als eerste. Dan komt de vraag: “Moet jij ook?” al minder betuttelend over.
Op 3: zorg dat het toilet gemakkelijk te vinden is en goed toegankelijk.
Een goed herkenbaar bordje: “wc” (niet te klein), een wc die opvalt (dus geen witte pot met witte bril in een ruimte met witte tegels) en geen onnodige obstakels op de route. Een laatste obstakel kan zijn: die broek die niet naar beneden wil. Dus als iemand steeds minder gemakkelijk naar het toilet gaat, zorg dan voor kleding die gemakkelijk los gaat.
En wat als dat allemaal niet meer helpt? Dan zijn er allerhande hulpmiddelen: incontinentiebroekjes, beschermhoezen voor stoel en bed en bijvoorbeeld creme die voorkomt dat de huid geirriteerd raakt.
Laat u vooral informeren: speciaal over de toiletgang van mensen met dementie is er een boekje geschreven. Misschien moet u een drempel over, al is dat niet de drempel van het toilet.
Desirée van Keulen
(verteller, spelontwerper, activiteitenbegeleider).
Reacties (0)
Geen reacties gevonden.